Hoofdstuk 5 – Salariëring

Artikel 5.1 – Functiewaardering

Artikel 5.2 – Salaris

Artikel 5.3 – Uitbetalen salaris

Artikel 5.4 – Periodieke verhogingen

Artikel 5.5 – Bevordering

Artikel 5.6 – Bijzondere beloningen

Artikel 5.7 – Structurele eindejaarsuitkering

Artikel 5.8 – Vakantiebijslag

Artikel 5.9 – Pensioen

Artikel 5.10 – Gratificatie 

Artikel 5.11 – Leerlingsalarissen Verzorgende IG

Artikel 5.12 – Leerlingsalarissen brancheopleiding tot kraamverzorgende (BBL)

Artikel 5.13 – Zakgeld en stagevergoeding

Artikel 5.4 – Periodieke verhogingen

Periodieke verhogingen
  1. Je ontvangt eenmaal per jaar een salarisverhoging binnen de schaal, tenzij hierover in je arbeidsovereenkomst andere afspraken zijn gemaakt. Deze periodieke verhoging wordt (voor de eerste keer) toegekend:
    1. één jaar nadat je in dienst bent gekomen;
    2. als je bevorderd wordt naar een functie uit een hogere functiegroep;
    3. één jaar na de datum waarop je overgaat naar de aanloopperiodiek nul die hoort bij de betreffende salarisschaal door het vervallen van de leeftijdsperiodieken.
Afwijking
  1. Je werkgever kan je op basis van de toepassing van een systeem van personeelsbeoordeling in een jaar géén of juist op één of meerdere momenten wél een salarisverhoging binnen de schaal toekennen.