Artikel 10.7 – Einde van het recht op wachtgeld

  1. Het recht op wachtgeld eindigt:
    1. met ingang van de dag, volgend op die waarop de werknemer is overleden;
    2. met ingang van de dag waarop je aanspraak maakt op ouderdomspensioen of arbeidsongeschiktheidspensioen volgens de pensioenregeling van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn als het recht hierop is ontstaan tijdens het dienstverband op basis waarvan je wachtgeld ontvangt;
    3. als je onvoldoende meewerkt aan een medisch onderzoek voor het verkrijgen van invaliditeitspensioen of van een wettelijke uitkering wegens arbeidsongeschiktheid;
    4. als je niet voldoet aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 10.5.
    5. als één van de in artikel 10.1 lid 3 genoemde uitkeringen wordt stopgezet, omdat de wachtgeldgerechtigde niet het bepaalde in artikel 10.1 lid 1 sub c, in acht neemt.
  2. Tijdens een beroepsprocedure op grond van een van de genoemde wettelijke regelingen wordt de uitkering van het wachtgeld opgeschort.