Hoofdstuk 4 – Arbeidsduur en arbeids- en rusttijden

Artikel 4.1 – Arbeidsduur

Artikel 4.2 – Inzet- en contractenbeleid van flexibele arbeid

Artikel 4.3 – Min- en plusuren

Artikel 4.4 – Werk- en rusttijden

Artikel 4.5 – Pauzes

Artikel 4.6 –  Vrije weekenden

Artikel 4.7 – Wachtdiensten Kraamverzorgenden

Artikel 4.8 – Bereikbaarheidsdiensten

Artikel 4.9 – Gebroken dienst

Artikel 4.10 – Overwerk

Artikel 4.11 – Inconveniënte uren

Artikel 4.12 – Doorbetaling onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie-uren en overig verlof

Artikel 4.13 – Veilig en gezond werken

Artikel 4.6 – Vrije weekenden

Je bent jaarlijks in ieder geval 22 weekenden vrij. Je kunt je werkgever verzoeken minder vrije weekenden in te plannen, echter dit kan nooit minder zijn dan 17 vrije weekenden per jaar. Als je uitsluitend werkzaam bent in de weekenden kan je je werkgever verzoeken afwijkende afspraken te maken over het aantal vrije weekenden.