Artikel 4.1 – Arbeidsduur
De arbeidsduur die je met je werkgever overeenkomt, wordt uitgedrukt in een gemiddeld aantal uur per week. Binnen een dienstverband wordt de gemiddelde arbeidsduur gemeten over de periode van een jaar.
Voltijd dienstverband
1. Bij een voltijd dienstverband werk je gemiddeld 36 uur per week.
Hogere arbeidsduur
2. In afwijking van lid 2 kun je met je werkgever een hogere wekelijkse gemiddelde arbeidsduur dan gemiddeld 36 uur overeenkomen, met een maximum van 40 uur.
3. Je kunt met je werkgever overeenkomen om, gedurende een nader af te spreken periode, maximaal gemiddeld 4 uur per week meer te werken dan de overeengekomen wekelijkse gemiddelde arbeidsduur. Je hebt voor deze uren recht op compensatie in tijd. Alle arbeidsvoorwaarden van deze CAO blijven gebaseerd op je overeengekomen arbeidsduur, tenzij in de CAO anders is bepaald.
4. Als je meer uren wilt werken, dan heb je bij vacatures of bij uitbreiding van de formatie voorrang.
Arbeidsduur kraamverzorgende in opleiding
5. Als je kraamverzorgende in opleiding bent met een arbeidsovereenkomst van gemiddeld 36 uur per week, wordt je arbeidsduur over een periode van een praktijkleerjaar gemeten.
Artikel 4.2 – Inzet- en contractenbeleid van flexibele arbeid
Algemene uitgangspunten
1. Er moet een evenwicht zijn tussen de doelstellingen van je werkgever betreffende de kwaliteit en betrouwbaarheid, het rendement en de doelmatigheid van de zorgverlening en jouw belangen zoals inkomen en werkzekerheid, het kunnen combineren van werk met je privésituatie, zorgtaken, studie of hobby’s of kunnen bijhouden van vaardigheden die voor een deskundige uitoefening van je functie noodzakelijk zijn.
a. Je werkgever voert daarom een beleid zodat de inzet van de medewerkers zo goed mogelijk aansluit bij de zich voordoende veranderingen en wisselingen in de zorgvraag van de cliënten.
b. Actieve betrokkenheid van het medezeggenschapsorgaan is van groot belang voor het bereiken van het evenwicht tussen de bedrijfsbelangen en de belangen van de medewerkers.
c. Om dit te ondersteunen overlegt je werkgever minimaal eenmaal per jaar met het medezeggenschapsorgaan over ten minste de volgende onderwerpen:
- het inzet-, rooster- en contractenbeleid en de knelpunten hierin;
- de analyse van de toepassing van het gebruik van nulurencontracten als bedoeld in lid 2a en het gebruik van min/max-contracten als bedoeld in lid 3 en de mogelijkheden tot terugdringing daarvan ter uitvoering van de doelstellingen van dit artikel;
- de mogelijkheden voor het aanbieden van arbeidsovereenkomsten met een hogere arbeidsduur of het uitbreiden van het aantal arbeidsovereenkomsten;
- knelpunten bij de uitvoering van de werktijdenregeling;
- omvang van het gebruik van extern personeel en de mogelijkheden tot verlaging daarvan.
- het arbobeleid waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan werkdruk en veilig werken
d. Het medezeggenschapsorgaan heeft het recht om een of meer van de werknemersorganisaties, partij bij de cao, om advies te vragen of te raadplegen over de onderwerpen van lid 1 sub b.
e. Cao-partijen bevelen nadrukkelijk aan dat het medezeggenschapsorgaan de medewerkers, waaronder medewerkers met een flexibel contract, raadpleegt over de uitgangspunten en de uitvoering van het inzet- en contractenbeleid.
Nul-urencontracten
2. Je werkgever zal geen nulurencontracten gebruiken tenzij in uitzonderlijke situaties, waarbij sprake is van:
- opvang van onvoorziene en onplanbare cliëntvragen en/of
- opvang van onvoorziene en onplanbare uitval van personeel, die niet door je collega werknemers kan worden geleverd of alleen door onevenredige aantasting van geplande roosters van jouw of je collega’s mogelijk is.
3. Als je werkt op basis van een nulurencontract biedt je werkgever je jaarlijks de gelegenheid aan te geven of je jouw nulurencontract wilt omzetten naar een arbeidsovereenkomst waarin wel een gemiddelde wekelijks arbeidsduur is opgenomen. In dat geval overlegt je werkgever met jou om, als dat mogelijk is, te komen tot een arbeidsovereenkomst met een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur.
4. Je werkgever mag geen gebruik maken van een zgn. voorovereenkomst. Bij deze overeenkomst geldt dat als je gehoor geeft aan de oproep, voor elke periode waarin je werkt, je een nieuwe tijdelijke arbeidsovereenkomst krijgt, waarbij de afspraken in de voorovereenkomst gelden.
Min/max contracten
5. Met een min/max contract wordt je bereidheid uitgedrukt om, als dat nodig is, extra ingezet te worden. Met het maximum wordt wel een duidelijke bovengrens aan je bereidheid gesteld. Boven de maximum arbeidsduur zal je werkgever geen beroep op je doen.
6. Als je een min/max contract bent overeengekomen dan bedraagt de maximum arbeidsduur hooguit anderhalf maal (150% van) de minimum arbeidsduur.
7. Als je dit wenst is je werkgever verplicht, aan de hand van het wettelijk rechtsvermoeden van artikel 7:610b Burgerlijk Wetboek, te beoordelen of de overeengekomen minimum arbeidsduur nog aansluit bij je feitelijk structureel gewerkte uren. Indien dat niet het geval is, dan moet je werkgever in overleg met jou de minimum arbeidsduur in de arbeidsovereenkomst verhogen, gebaseerd op een representatieve referteperiode.
8. Indien er sprake is van een min/max contract kun je bij je werkgever aangeven op welke dagen of tijden je wel of niet inzetbaar bent.
Artikel 4.3 – Min- en plusuren
- Wanneer in jouw geval sprake is van min- en plus uren wordt dit per kwartaal door jouw werkgever bijgehouden middels een signaleringsysteem.
- Op basis van dit systeem maak jij samen met je werkgever afspraken om te komen tot een oplossing voor de openstaande min- en plus uren rekening houdend met boek 7, artikel 628 van het Burgerlijk Wetboek. Zie voor verdere uitleg en voorbeelden de q&a op de cao website.
Artikel 4.4 – Werk- en rusttijden
ATW
1. Je werkgever kan voor het vaststellen van de werktijden gebruik maken van de mogelijkheden die de Arbeidstijdenwet en het daarop gebaseerde Arbeidstijdenbesluit bieden, tenzij in deze CAO iets anders is bepaald. Je werkgever stelt jouw werktijden vast vanuit de arbeidsduur die jij met je werkgever bent overeengekomen. Je werkgever moet hierbij rekening houden met jouw belang, waaronder voldoende hersteltijd tijdens en na het werk.
Maximum per dienst
2. Je werkt maximaal tien uur per dienst binnen de door je werkgever vastgestelde werktijden. Indien er sprake is van een incidentele, onvoorziene wijziging van omstandigheden mag je werkgever je vragen maximaal twaalf uur per dienst te werken.
57 jaar
3. Als je 57 jaar of ouder bent dan geldt het volgende:
De werkgever en de medewerker in de leeftijd van 57 jaar of ouder besteden tijdens het jaargesprek aandacht aan het al dan niet werken tijdens nachtdienst en zo ja, de frequentie daarvan. Gedurende het jaar, bij het vaststellen van de procedures voor planning en inzet van kraamverzorgenden worden daarover in overleg afspraken gemaakt, waarbij het overeenstemmingsvereiste van toepassing is.
Rusttijd
4. Bij het vaststellen van de voor jou geldende werktijden moet je werkgever een onafgebroken rusttijd in elke aaneengesloten periode van 7×24 uur van tenminste 36 uur toepassen of in elke aaneengesloten periode van 9 x 24 uur moet je werkgever een onafgebroken rusttijd van tenminste 60 uur toepassen.
In dat laatste geval geldt eenmalig de mogelijkheid om de rusttijd te verkorten tot 32 uur in elke periode van vijf achtereenvolgende weken.
Als je werkzaam bent als kraamverzorgende kan je werkgever een afwijkende rusttijd toepassen, namelijk per elke aaneengesloten periode van 11×24 uur een onafgebroken rusttijd van tenminste 72 uur. Als je werkzaam bent als kraamverzorgende mag je werkgever je geen wachtdienst opdragen in de voorgeschreven periodes van onafgebroken rust.
Procedures voor planning en inzet van kraamverzorgenden
5. Ten behoeve van een beter evenwicht tussen belangen en wensen van kraamverzorgenden, kwaliteit van de zorg en de eisen die gesteld worden aan de bedrijfsvoering kan gewerkt worden met planning- en inzetprotocol.
a. In overleg met medezeggenschapsorgaan wordt besproken wat de verdeling is tussen op rooster werken (planning- en inzetprotocol) en niet op rooster werken (flexibele inzet).
b. In overleg met het medezeggenschapsorgaan worden de kaders omtrent het werken op rooster afgestemd.
c. Je werkgever maakt in overleg met het medezeggenschapsorgaan afspraken over de bekendmaking van het rooster. Indien je op rooster werkt en er geen afspraken worden gemaakt geldt dat je werkgever tenminste 14 etmalen van te voren de vastgestelde werkdagen aan jou bekend maakt.
d. Na overleg tussen jou en je werkgever kan in geval van bijzondere omstandigheden met een incidenteel karakter:
I worden afgeweken van de reeds vastgestelde werktijden
e. overige bepalingen:
I In het rooster worden in ieder geval de te verrichten diensten en de werktijden opgenomen.
II Overdracht van dienst vindt plaats binnen werktijd.
III Bij planning en inzet wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met evenwicht tussen werkdruk en herstel tijdens en na je werk.
f. Indien het medezeggenschapsorgaan afspraken maakt over het inzet- en planningsprotocol dient de medezeggenschap een aantoonbare achterbanraadpleging te houden, alvorens in te stemmen, voor het bestendigen van draagvlak. Bij het ontbreken van een medezeggenschapsorgaan is de achterbanraadpleging een verantwoordelijkheid van de werkgever.
Artikel 4.5 – Pauzes
- Per ochtend, middag, avond of nacht kan je eenmaal gebruik maken van een koffie-/theepauze.
- Je werkgever kan met instemming van het medezeggenschapsorgaan afwijken van de arbeidstijdenwet vanwege organisatorische belangen of bedrijfsvoering.
- Uitgangspunten zijn:
- Als je koffie- en theepauze minder dan vijftien minuten duurt, behoort het tot je dagelijkse werktijd;
- Als je pauze vijftien minuten of langer duurt en als eigen tijd geldt, dan moet onafgebroken rust zijn gewaarborgd.
Artikel 4.6 – Vrije weekenden
Je bent jaarlijks in ieder geval 22 weekenden vrij. Je kunt je werkgever verzoeken minder vrije weekenden in te plannen, echter dit kan nooit minder zijn dan 17 vrije weekenden per jaar. Als je uitsluitend werkzaam bent in de weekenden kan je je werkgever verzoeken afwijkende afspraken te maken over het aantal vrije weekenden.
Artikel 4.7 – Wachtdiensten Kraamverzorgenden
1. Als je als kraamverzorgende werkt kan je werkgever wachtdiensten aan je opdragen.
2. Een wachtdienst leidt altijd tot vergoeding. Bij een wachtdienst heb je de verplichting om aan de oproep van de kraamzorgorganisatie te voldoen.
3. Je werkgever mag je geen wachtdienst opdragen in de voorgeschreven periodes van onafgebroken rust zoals opgenomen in artikel 4.3 lid 5.
4. Je werkgever kan in overleg met het medezeggenschapsorgaan voor werknemers die uitsluitend in partusdiensten werken, afspraken maken die afwijkend zijn van leden 5 t/m 8.
Voorwaarden inzet
5. Je mag maximaal twee aaneengesloten blokken (“wachtdienstblokken”) van 8 uur wachtdienst draaien. Hierna volgt minimaal 8 uur rust voor een volgende wachtdienst kan worden gestart.
6. Als onderdeel van je wachtdienst kan je maximaal twee maal worden opgeroepen per blok van 8 uur voor een partusassistentie. Bij slechts één van deze oproepen kun je ook worden ingezet voor de verzorging.
7. Als je tijdens je wachtdienst wordt opgeroepen tellen deze uren mee voor je arbeidsduur en wordt je wachtdienst als onderbroken of beëindigd beschouwd.
8. Als je in de nacht bent opgeroepen, bepaal je in overleg met je werkgever en de cliënt op welk tijdstip de zorg de volgende dag aanvangt.
Vergoeding
9. Als je als kraamverzorgende een wachtdienst verricht ontvang je een vergoeding op basis van onderstaande normen:
a. Maandag t/m vrijdag: per blok van maximaal 8 uur ontvang je een brutovergoeding van € 11,44
b. Zaterdag-, zondag- en feestdagen: per blok van maximaal 8 uur ontvang je een brutovergoeding van € 17,16.
10. Je werkgever heeft de mogelijkheid in afwijking van lid 9 met het medezeggenschapsorgaan af te spreken om de hierboven weergegeven bedragen om te zetten in een compensatie in tijd. Je ontvangt dan een compensatie op basis van onderstaande normen:
a. Maandag t/m vrijdag: respectievelijk 57 minuten per blok van maximaal 8 uur.
b. Zaterdag-, zondag- en feestdagen: respectievelijk 86 minuten per blok van maximaal 8 uur.
Per 1 januari 2023
11. Indien je tijdens je “wachtdienstblok” niet bent opgeroepen voor het verlenen van partusassistentie of bent ingezet voor een verzorging, ontvang je 150% van de vergoeding van dát “wachtdienstblok” zoals beschreven in lid 9 of 10.
Artikel 4.8 – Bereikbaarheidsdienst
- Een bereikbaarheidsdienst kan niet worden opgedragen aan kraamverzorgenden.
- Je werkgever maakt in overleg met het medezeggenschapsorgaan afspraken over de inzet en vergoeding (in tijd of geld) van de bereikbaarheidsdienst. Indien er geen afspraken worden gemaakt gelden de leden 3 t/m 6.
- Als je in een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur verplicht bent om bereikbaar te zijn om, zo nodig naast het verrichten van de overeengekomen arbeid, op oproep zo spoedig mogelijk de overeengekomen arbeid te verrichten dan is er sprake van een bereikbaarheidsdienst. Een bereikbaarheidsdienst is mogelijk voor arbeid die bestaat als je planningswerkzaamheden verricht.
- In uitzondering op het gestelde in lid 3 mag je een weekenddienst opgedragen krijgen die langer duurt dan 24 uur.
- Je ontvangt een compensatie in vrije tijd voor de uren doorgebracht in een bereikbaarheidsdienst. Je ontvangt voor elk vol etmaal op maandag tot en met vrijdag anderhalf uur compensatie in tijd. Voor elk vol etmaal op zaterdag-, zondag- en feestdagen ontvang je drie uur compensatie in tijd.
- Als je minder dan 24 uur een bereikbaarheidsdienst verricht, dan ontvang je een compensatie naar evenredigheid van het aantal uren.
Artikel 4.9 – Gebroken dienst
- Je werkgever heeft de mogelijkheid je werktijd eenmalig te onderbreken zonder dat deze onderbreking werktijd of pauze is. Het is mogelijk je werktijd vaker te onderbreken, maar daar moet jij mee instemmen. Als je werkgever je werktijd onderbreekt moet je minimaal twee maal twee uur aaneengesloten werkzaam zijn. Dit minimum is niet van toepassing als je werkzaamheden (werk)overleg betreffen.
Voor de kosten die je maakt voor het heen en weer reizen tussen woon- en werkplaats tijdens de onderbreking ontvang je een vergoeding als bedoeld in artikel 6.2 (tegemoetkoming voor reizen van huis naar cliënten). - De beperkingen voor je werkgever, namelijk een minimale inzet van twee maal twee uur en instemming van de werknemer zijn niet op jou van toepassing als je uitsluitend of nagenoeg uitsluitend tijdens de avond (vanaf 20.00 uur), de nacht of in de weekenden werkzaam bent.
Artikel 4.10 – Overwerk
Definitie overwerk
1. Er is sprake van overwerk als je in opdracht van je werkgever moet werken en je de voor jou geldende gemiddelde arbeidsduur per week overschrijdt, gemeten over een periode van 13 weken:
- vanwege een incidentele onvoorziene wijziging van omstandigheden of
- omdat de aard van je werk incidenteel een afwijking van de voor jou geldende gemiddelde arbeidsduur per week noodzakelijk maakt.
Als je langer dan een half uur overwerkt, wordt dit afgerond op een heel uur. Als je langer dan een uur overwerkt, wordt deze periode naar boven afgerond op halve of hele uren.
2. Je ontvangt geen overwerkvergoeding als je:
a. niet op verzoek of in opdracht van je werkgever overwerkt;
b. incidenteel korter dan een half uur overwerkt voorafgaand aan of aansluitend op de voor jou bij rooster of regeling vastgestelde werktijden;
c. een voltijd dienstverband bent overeengekomen met een salaris volgens salarisschaal FWG 65 of hoger.
10% overwerk
3. Het aantal uren overwerk mag niet meer zijn dan 10% boven de met jou overeengekomen arbeidsduur gemeten over een periode van 13 weken. Als je het percentage overschrijdt moet je werkgever op jouw verzoek overgaan tot het verlenen van assistentie.
Compensatie
4. De vergoeding is afhankelijk van je salaris en of je in vol- of deeltijd werkt. De vergoedingen zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Voltijd / deeltijd dienstverband | Salaris | vergoeding | Voorwaarde |
Voltijd | < FWG 65 | Vrije tijd gelijk aan het aantal uren overwerk | |
Deeltijd | < FWG 65 | Vrije tijd gelijk aan het aantal uren overwerk | |
Voltijd | ≥ FWG 65 | Geen | |
Deeltijd | ≥ FWG 65 | Vrije tijd gelijk aan het aantal uren overwerk | Overwerk moet minder zijn dan het verschil tussen de met jou overeengekomen arbeidsduur en de arbeidsduur bij een voltijd dienstverband |
5. De compensatie in vrije tijd moet je uiterlijk opnemen in het kwartaal volgend op de periode waarin je hebt overgewerkt, tenzij je met je werkgever andere afspraken maakt/hebt gemaakt.
6. Je werkgever kan de compensatie in vrije tijd omzetten in een financiële vergoeding op basis van het voor jou geldende uurloon. Als je een deeltijd dienstverband bent overeengekomen en je minder dan het verschil tussen de met jou overeengekomen arbeidsduur en de arbeidsduur bij een voltijd dienstverband hebt overgewerkt, is de financiële vergoeding in dat geval het voor jou geldende uurloon. Je bouwt over deze uren ook vakantie-uren op en je ontvangt hierover vakantiebijslag.
Artikel 4.11 – Inconveniënte uren
Definitie
1. Er is sprake van inconveniënte uren als je in opdracht van je werkgever werkt op uren die vallen op:
- maandag tot en met vrijdag vóór 07.00 uur en vanaf 20.00 uur;
- op zaterdag;
- op zon- en feestdagen.
2. Als je korter dan één uur achtereen werkt telt dit niet mee voor de berekening van het aantal inconveniënte uren.
3. Het volgen van een opleiding of bijscholing leidt niet tot een toeslag voor inconveniënte uren.
Toeslag
4. Als je in opdracht van je werkgever op inconveniënte uren werkt ontvang je een toeslag van 40% van het voor jou geldende uurloon. De toeslag wordt maximaal berekend over het maximum salaris van salarisschaal FWG 35.
Artikel 4.12 Doorbetaling onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie-uren en overige verlof
Als je onregelmatige diensten verricht en je neemt betaalde vakantie-uren of betaald verlof op uit je wettelijke of (extra) bovenwettelijke uren als bedoeld in Hoofdstuk 7, dan ontvang je daarover tevens een gemiddelde aan onregelmatigheidstoeslag. Dit gemiddelde wordt berekend over de afgelopen 6 maanden voorafgaand aan de opname van de vakantie-uren respectievelijk het verlof.
Artikel 4.13 – Veilig en gezond werken
Aangifte bij daad agressie
1. Als je tijdens je werk een tegen jou gerichte daad van agressie hebt meegemaakt, doet je werkgever daarvan op jouw verzoek (indien gewenst en mogelijk anoniem) aangifte bij de politie.
Recht op onbereikbaarheid
2. Je hebt het recht om niet bereikbaar te zijn tijdens vrije dagen.