Hoofdstuk 4 – Arbeidsduur en arbeids- en rusttijden
Artikel 4.2 – Inzet- en contractenbeleid van flexibele arbeid
Artikel 4.3 – Min- en plusuren
Artikel 4.4 – Werk- en rusttijden
Artikel 4.7 – Wachtdiensten Kraamverzorgenden
Artikel 4.8 – Bereikbaarheidsdiensten
Artikel 4.11 – Inconveniënte uren
Artikel 4.12 – Doorbetaling onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie-uren en overig verlof
Artikel 4.11 – Inconveniënte uren
Definitie- Er is sprake van inconveniënte uren als je in opdracht van je werkgever werkt op uren die vallen op:
- maandag tot en met vrijdag vóór 07.00 uur en vanaf 20.00 uur;
- op zaterdag;
- op zon- en feestdagen.
- Als je korter dan één uur achtereen werkt telt dit niet mee voor de berekening van het aantal inconveniënte uren.
- Het volgen van een opleiding of bijscholing leidt niet tot een toeslag voor inconveniënte uren.
- Als je in opdracht van je werkgever op inconveniënte uren werkt ontvang je een toeslag van 40% van het voor jou geldende uurloon. De toeslag wordt maximaal berekend over het maximum salaris van salarisschaal FWG 35.